De tweede generatie E. & M. Cohen (Jaques en Martin) ging op dezelfde voet door als de eerste: "De verkoop richtte zich op de oude bestsellers, waaronder ijzeren auters als Dickens ..." (Esther Z.R. Cohen, p [21-22]). Naast Dickens' Geïllustreerde Werken gaven zij Dickens' meesterwerken voor de jeugd uit.
Bij deze edities bleef het echter niet: in de jaren 1913 en '14 verscheen bij E. & M. Cohen de Jubileum- Uitgave van Dickens' Meesterwerken, een serie van drie van Dickens' werken (David Copperfield, Samuel Pickwick en Kerstvertellingen) in een zeer luxe uitvoering: op kwarto formaat met gekleurde illusraties van Frank Reynolds, gedrukt op kunstpapier gebonden in linnen of op Japans papier gebonden in leder. Het is goed mogelijk dat deze kostbare editie was uitgegeven ter viering van Charles Dickens' 100ste geboortedag (1912).
In 1916 volgde weer een pocket-editie ("Cohen-editie" geheten) met gekleurde kaft , gekartonneerd of gebonden. De eerste 5 delen omvatten de romans Samuel Pickwick, Oliver Twist en David Copperfield. Dat had een specifieke aanleiding: een concurrerende uitgever, J.M. Meulenhof, had namelijk deze 3 romans uitgegeven in een nieuwe vertaling, zeer tot ongenoegen van E. &M. Cohen. Volgens de laatste had J.M. Meulenhof de morele rechten van de Nederlandse uitgever geschonden, omdat ze nooit met E. & M. Cohen hierover hadden overlegd of hen er iets voor betaald hadden - en dat terwijl de firma E. & M. Cohen Dickens' werken zelf voor veel geld gekocht hadden. Volgens de bepalingen van de Berner Conventie beschikten E. & M. Cohen over de auteursrechten op (de Nederlandse vertaling van) Charles Dickens' werken.
Het geschil tussen beide uitgevers had uiteindelijk geen gevolgen voor de Meulenhoff editie en bleek voor E & M Cohen achteraf nog een zegen te zijn: hun "Cohen-editie" verkocht zeer goed. "De Cohen-editie en later ook de Cohen-editie voor jongeren, kende herdruk na herdruk" Aldus Esther Z. R. Cohen.
Naast de edities van E.&M. Cohen en Meulenhoff was er nog een opmerkelijk uitgave van Dickens' werken door het Hollandsch Uitgeversfonds: De complete werken van Charles Dickens werden in een advertentie uit 1927 gratis aangeboden aan diegenen die binnen 10 dagen een coupon instuurden. Een genereus gebaar van een uitgever die de wens had "deze boeken zo ruim mogelijk onder alle kringen te verspreiden". Toch past hierbij een kritische kanttekening: de 'complete werken' waren helemaal niet zo compleet, want hele passages uit de romans waren in de vertaling overgeslagen, en daar repte de advertentie met geen woord over. Niet echt eerlijk tegenover de auteur of de geïnteresseerde lezer.
Nog tot in 1940 bleef de firma E. & M. Cohen bestaan, maar door de uitbraak van de tweede wereldoorlog en de Duitse bezetting werd het tragische lot van de gebroeders bezegeld. Na 12 maart 1941 wed de firma E. & M. Cohen geliquideerd op last van de Duitse bezetters. In 1940 al hadden de gebroeders het grootste deel van hun boekenvoorraad verkocht, ook de werken van Charles Dickens, die op 9 Okotber van dat jaar werden overgedaan aan de Gebroeders Graauw.
De twee gebroeders Cohen overleefden de oorlog niet: de oudste broer Jaques Ezechiël stierf in 1942 aan een hartaanval; de jongste, Martin Ezechiël, dook onder maar werd verraden en in 1944 omgebracht in Auschwitz.
In 1946 probeerden G.G. Kroonders en Esther Z.R. Cohen de oude firma nog nieuw leven in te blazen onder de naam "Uitgeverij Phoenix (Gebr. E. & M. Cohen)" in Bussum. Dat werd echter geen success en in 1950 werd de uitgeverij overgenomen door G. van Reems uit Diepenheim.
Wat betreft de gebr. Graauw: die gaven tussen 1941 en 1942 nogmaals 9 delen van Charles Dickens' Geïllustreerde Werken uit, nog in de oude vertaling van C.M. Mensing, met een aantal wijzigingen in het taalgebruik (b.v.: "broer" in plaats van "broeder", "verschrikkelijk" in plaats van "geducht").
De uitgave van de Gebroeders Graauw markeerde ook het einde van een tijperk - de laatste uitgave van Dickens' vertaalde werken in de oude Nederlandse spelling.